Vorige maand bespraken we de opzet voor de boundary tool voor multi-stakeholder circulaire businessmodel innovatie, die bedrijven helpt om samenwerkingen met diverse partijen voor circulaire businessmodellen te begeleiden. Dit artikel laat zien hoe de tool een groothandel in bedrijfskleding heeft geholpen in het aangaan van ketensamenwerking voor een circulair businessmodel.
Samen met Arveco, Innoboost, Gaia Circulair (textielinzamelaar en verwerker), Texet Benelux (kledingproducent), Het Subsidiehuis, Nijsen/Granico (gebruiker), TreeMobility (gebruiker) en Fontys studenten van de hybride leeromgeving Textiel gingen we aan de slag met de vraag ‘Hoe kunnen we bedrijfskleding zo lang mogelijk in gebruik houden middels circulaire business model innovatie?’
De circulaire ambitie van Arveco
Als groothandel van bedrijfskleding verkoopt Arveco hoge kwaliteit bedrijfskleding, zoals jassen, schoenen en truien, aan industriële gebruikers. Veel bedrijfskleding wordt zelden gebruikt of ongebruikt weggegooid, bijvoorbeeld wanneer er een nieuwe kledinglijn geïntroduceerd wordt, wanneer een werknemer na de proefperiode afscheid neemt van het bedrijf of wanneer er een tijdelijke ‘special’ wordt gemaakt. Deze kleding is nog volledig, netjes en kan nog jaren mee. Toch wordt het gros van deze kleding weggegooid of direct gerecycled tot lagere materiaalwaarden, simpelweg omdat er geen functie meer voor is. Dat is zonde van de energie die gebruikt is om het te produceren, en het materiaal.
Reconditionering en repurpose van bedrijfskleding verankeren in circulair businessmodel
Om bedrijfskleding zo lang mogelijk in gebruik te kunnen houden schiet Arveco waar mogelijk te hulp door zogenaamde ‘reconditionering’ (was- en strijkservice en reparatie), flexibel maatwerk voor hergebruik (bedrijfslogo aanpassen/verwijderen, hergebruik op andere locatie) en repurpose (afgedankte bedrijfskleding worden gebruikt als poetsdoeken, tassen, en iPad hoezen) in hun eigen reparatie en reconditioneringsatelier (zie foto). Op deze punten neemt Arveco het eigenaarschap van het textiel terug.
Hoewel Arveco klanten en partners hiermee mogelijkheden biedt om ook hun circulariteitsambities te verwezenlijken, is de motivatie van klanten om hierin mee te gaan voornamelijk economisch, en weten ze Arveco niet te vinden als service- en retourpartner. Daar bovenop is de afname van gereconditioneerde kleding ad-hoc, en zou deze veel meer in de bestaande verkoopstructuur ingebed mogen worden.
Het doel is daarom om deze werkzaamheden te verankeren in een circulair businessmodel dat opgeschaald kan worden. Er zijn echter een hoop ‘open eindjes’, zowel in de ontwikkeling van het businessmodel als tussen de netwerkpartners, om tot zulke structurele implementatie te komen. Met de boundary tool workshop werd er een stip op de horizon gezet: de partijen wilden gaan voor “een gevalideerd en gezamenlijk model voor zo duurzaam mogelijk geproduceerde bedrijfskleding die haar waarde zo lang mogelijk behoudt, getest in een praktijkcasus”. Vervolgens exploreerden we de implicaties van deze ambities voor de verschillende partijen (zie figuur 1).
Langdurige circulaire kledingpartner
Voor Arveco betekent deze stip op de horizon dat hun rol naar een langdurige circulaire kledingpartner voor bedrijven verschuift, waarbij ze als schakel tussen gebruikers, hergebruiker en verwerker functioneren en eindverantwoordelijk blijven voor het textiel. Voor de reconditionering zelf werd gezocht naar een lokale partner, zoals een dagbestedingsorganisatie of woonproject. De producent van bedrijfskleding zou naast het gebruik van gerecycled textiel ook kunnen nadenken over andersoortige verdienmodellen met groothandelaars zodat er méér kwaliteit (vooral over meerdere reconditioneringsrondes) en minder nieuwe massa gecreëerd wordt. De inzamelaar zou zich structureel kunnen koppelen aan Arveco. Zowel Arveco als de potentiële afnemers gaven aan te willen sturen op betere inkoop. Voor het verdienmodel werd er gedacht aan statiegeld, een discontering in de verkoopprijs en het expliciet maken van end-of-life retour in de contractafspraken.
“Basisuitgangspunt is dat je boeken vol kunt schrijven over recycling en duurzaamheid, maar heel vaak als je het over recycling hebt is het onder aan de streep discutabel wat je aan duurzaamheid overhoudt. Terwijl die discussie er eigenlijk niet is op het moment dat je kunt reconditioneren.” Marion Leijten, Arveco
Realisaties en actiepunten
De identificatie van de belangrijkste matches en mismatches tussen de organisatiegrenzen leidde tot de volgende realisaties en actiepunten:
- Acties van meerdere stakeholders is nodig voor het stimuleren van acceptatie van gereconditioneerde kleding bij gebruikers. Hoe kun je als stakeholders gezamenlijk een label of concept neerzetten dat het dragen van gereconditioneerde kleding aantrekkelijk maakt, en wat juist waarde toevoegt als het vaker gecirculeerd heeft? De partijen dachten aan de toevoeging van ‘aardbollen’ op het kledingstuk; voor iedere reconditioneringsronde één aardbol. Een kledingstuk krijgt pas een extra bol als deze in werkplaats van Arveco is geweest, en de bol op zich hoort bij het gedeponeerde merk. Hiermee zou je de beleving van tweedehands/derdehands naar tweedegraads circulair/derdegraads circulair kunnen omzetten. Voor dit concept is de leverancier cruciaal, omdat deze een onderscheidend en bewerkbaar kledingstuk moet creëren. Maar ook de rol van de klant veranderd, want kan die het gebruik van gereconditioneerde kleding koppelen aan zijn HR-beleid? In de samenwerkingspitch wordt besloten om gezamenlijk een totaalconcept te ontwikkelen, met de twee consumentpartijen als ‘launching customers’, waarbij zeven eerste vervolgstappen zijn geïdentificeerd (zie figuur 2).
- Arveco beseft dat het andere partijen nodig heeft om reconditionering structureel in te kunnen bedden. Partijen met een potentieel bij elkaar passende identiteit en competenties zijn een dagbestedingsorganisatie en een circulair ambachtscentrum.
- De partijen beseffen dat samenwerking met een maatschappelijke organisatie kan helpen om de mindset bij inkoop van bedrijfskleding te beïnvloeden en duurzaamheidseisen te integreren.
- Samenwerking tussen Arveco, de producent en de kledinginzamelaar zijn cruciaal om ontwerpen circulair te maken, duurzame materialen te integreren, flexibel wassen te koppelen aan de klant, met kleine aantallen te experimenteren en de retourlogistiek op te zetten.
Meervoudige en simultane actie van belang
De boundary tool heeft bevestigd dat MKB-innovatie voor circulariteit meervoudige en simultane (gelijktijdige) actie vanuit zowel bedrijven, ketenpartners, NGOs, kennisinstellingen en beleidsmakers behoeft. De tool helpt het FECT om toegepast onderzoek en multi-stakeholder samenwerking te combineren en zo circulariteit in de sectoren textiel, high-tech en bouw in Zuid-Nederland te versnellen.
De tool is inmiddels wetenschappelijk gepubliceerd. Lees de volledige publicatie: A Boundary Tool for Multi-stakeholder Sustainable Business Model Innovation.
Wil je de tool toepassen in je onderzoek, innovatie of onderwijs? Neem dan contact op met het Fontys Expertisecentrum Circulaire Transitie (FECT) via fect@fontys.nl
Dit artikel is een bijdrage door Myrthe Velter, onderzoeker circulaire businessmodel innovatie bij het Fontys Expertisecentrum Circulaire Transitie (FECT).
Voeg commentaar toe