Nederland circulair in 2050. Dat is de ambitieuze doelstelling van de overheid. Bedrijven en organisaties hebben hier nog flink wat stappen in te zetten. Dat is de inschatting van Fontysstudent Luca Hendriks. Hij deed onderzoek bij verschillende gemeenten en provincies om te kijken waar ze staan met betrekking tot circulaire werklocaties en bedrijventerreinen. Volgens hem heeft 75% van de gemeenten hier nog geen concrete visie op.
In een circulaire economie bestaat er geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. ‘Gemeenten die ermee aan de slag zijn, hebben weinig capaciteit om een strategie uit te stippelen. Laat staan om het ook daadwerkelijk uit te voeren en te monitoren’, zegt Hendriks.
De student Bedrijfskunde liep een half jaar stage bij het lectoraat De Ondernemende Regio. Samen met andere studenten benaderde hij gemeenten en provincies om te inventariseren hoe zij bezig zijn met het creëren van circulaire werklocaties. Eindhoven, Breda, Tilburg, Helmond, Nijmegen, Duiven, Roermond en Venlo deden mee aan het onderzoek. Net als de provincies Noord-Brabant en Gelderland.
Kennis opdoen
‘We zijn samen gaan kijken welke processen er lopen. Wat doen ze al? Kunnen we daarop inspringen? Waar lopen ze tegen aan? En wat missen ze?’, vertelt hij. Het ging vooral om kennis opdoen en het in kaart brengen waar gemeenten, provincies en de daar gevestigde ondernemers behoeften aan hebben.
Uit het onderzoek zijn vier zogeheten werkpakketen gekomen, waar de gemeenten gebruik van kunnen maken. Een is gericht op de aanpak en monitoring van circulaire werklocaties, een ander op het ontwikkelen van competenties, bij de derde worden er fieldlabs en experimenten opgezet en bij de laatste gaat het om het uitwerken van daadwerkelijke ondernemingsplannen.
Volgens Hendriks is de ene organisatie verder dan de ander. ‘Bij de een gaat het nog om het aanreiken van kennis en handvatten. Een ander is misschien al aan uitproberen en experimenten toe, waar bijvoorbeeld ook stages en afstudeerprojecten van studenten aan gekoppeld kunnen worden.’
Subsidie RAAK-publiek
Voor studenten ligt er sowieso een rol weggelegd. Veel gemeenten willen wel, maar hebben simpelweg niet genoeg handen. Hendriks en zijn werkgroep hebben daarom een subsidieaanvraag gedaan bij RAAK-publiek, dat praktijkgericht onderzoek financiert. Op die manier kunnen ze verder kijken wat er nodig is en de werkpakketen gaan aanbieden. ‘En zo dus ook daadwerkelijk stappen gaan zetten.’
Als voorbeeld noemt Hendriks Synergiepark InnoFase in Duiven. Dat is van het ‘afvalputje van Gelderland’ naar dé vestingplaats in Oost-Nederland voor bedrijven die actief zijn in de circulaire economie gegaan. De bedrijven op InnoFase wisselen warmte, elektra, biogas, biomassa, water en restmaterialen aan elkaar uit. Dit leidt tot besparingen op grondstoffen door hergebruik van materialen, besparingen op energie, ruimtebesparing door kleinere voorraden en besparingen door minder transportbewegingen van, naar en op het terrein. ‘Het zou mooi zijn als er meer van dit soort initiatieven komen’, vindt hij.
Wil je meer weten over het onderzoek? Neem contact op met het lectoraat via deondernemenderegio@fontys.nl
Voeg commentaar toe